DCIM100GOPROGOPR0757.JPG

Dag 20 : Venice Beach

De laatste volle dag willen we het rustig houden, en daarvoor kiezen we Venice Beach.  We parkeren aan 15$ voor een dag, en we prijzen ons gelukkig, want 50m dichter bij het strand was het nog 30$.  En bij het oversteken van de straat zie ik de beroemde canals.  Suuuper gezellig, en iedereen zegt vriendelijk goedendag.  Via achterstraatjes komen we dan toch op de beroemde betonbaan van Venice Beach

Het gedruis is overweldigend : iedereen schreeuwt om aandacht.  Geen Harley’s maar gepimpte fietsen met chroom en boomboxen.  De blik van de bestuurder doet niet onder voor Sons of Anarchy; dit is zijn terrein.  De kruidendokters staan klaar om je te helpen, met allerlei varianten van het vijfvinger-kruid.  De opschriften op het te koop aangeboden textiel zijn niet meer kindvriendelijk maar niet let er nog op, want aan de overkant van de straat is een Hare Krishna event aan de gang.  Blijkt om een wedstrijd te gaan waar verschillende groepen meedingen naar de prijs voor de mooiste praalwagen, of de grootste aanhang, … helemaal zeker zijn we niet maar we krijgen niet genoeg van de vreemde figuren die hier rondlopen.  Met politie-escorte komen er nog Gods-aanbidders in combats voorbij.

De daklozen zijn hier ontelbaar : sommige slapen op het strand vlak naast het fietspad waar zowat elk denkbaar ongemotoriseerd voertuig passeert.  Gelukkig is het parelwitte strand breed genoeg en hebben we toch de rust om na te praten over de voorbije drie weken.  Op de terugweg stoppen we in de buurt van een daklozenkampje.  Ik laat het smeltwater weglopen en draag de koelbox met de koele ice-tea en waterflesjes tot bij de bewoners.  ‘Can I interest you in a cooler with some cold drinks?’  Dat levert mij prompt een paar ‘God bless you’s op, en wanneer we met de wagen daar terug passeren, zien we ze de flesjes verdelen, en is de cooler een zitbank geworden.

Vanavond alles inpakken en vooral de koffers wegen met de weeghaak (nog eens bedankt, mama).  We krijgen beide koffers op 22 kg, maar moeten de wandelschoenen meenemen in de rugzak.

IMG_8237

Dag 19 : Los Angeles

Na gisteren hebben we terug nood aan gezelligheid en warmte, dus zetten we Santa Barbara en Santa Monica op de agenda.  De palmbomen worden hoger, en alles lijkt terug als in de filmpkes.  Aan Malibu beach houden we halte om een stukje te eten.  Aan de wagens die voor de huizen staan, kunnen we afleiden dat hier geen sukkelaars wonen.

In LA geraakt de GPS er niet meer helemaal uit, maar met enkele minuten vertraging staan we bij ons hotel in downtown LA.  We hebben de keuze tussen zelf parkeren en valet, dus : José, park my car ;-). Met wat vertraging krijgen we onze kamer op de 20ste verdieping.

Mijn kersverse heeft uitgezocht dat Little Tokyo Mall achter de hoek ligt, dus vanavond eten we Japans.  Gezelligheid ten top, die avond is er geen nieuw toptalent gepasseerd aan de karaoke, en heb ik eerlijkheidshalve ook mijn vrouwke snel voorbij het podium gesleurd.  Anders was op deze pagina nog een filmpje gekomen (zonder klank, kwestie van de auteursrechten uiteraard).

IMG_9063

Dag 18 : US-1

Na twee dagen niet te rijden, breekt vandaag een heel lange rit aan, die naar Santa Maria.  Dus kiezen we voor de traagste manier om die afstand af te leggen: langs de schilderachtige US-1.  Deze kust is wondermooi en dankzij een truck die aan een slakkentempo deze eenbaanssnelweg afrijdt, kunnen wij en een miljoen anderen het uitzicht in ons opnemen.

Enkele uren later, wanneer de truck toch even moet pauzeren aan de Big Sur, wordt hij daarvoor vriendelijk bedankt met enkele claxons.  We stellen de beslissing over het avondeten uit tot aan het hotel, wanneer de avond al gevallen is.  Zo veelbelovend als het er langs buiten uitziet, zo troosteloos verloopt de rest van de avond.  Met wat tegenzin komt de receptioniste uit haar kantoortje en geeft ons een kamer in het ‘historische’ gedeelte van het Historic Santa Maria Inn.  Dit zou zo’n 100 jaar oud zijn, en dat willen we zeker geloven.  De kamer is klein, de badkamer gemaakt op mensen van 100 jaar geleden.  De rookdetector ligt op een tafeltje, zonder batterijen uiteraard.

Het restaurant is gesloten, dus dan maar een bezoekje bij de hamburgertent ernaast.  In vergelijking lijken de Wendy’s en Burger Kings op sterrenrestaurants, maar we zijn weer een ervaring rijker.  Morgen L.A.

DSCN0972

Dag 17 : San Francisco

Na het complimentary ontbijt, wandelen we van het hotel terug naar de kaai van de Alcatraz Cruises.  Ik heb er tijdens de reis al eerder een sport van gemaakt om de mensen aan te spreken in hun eigen taal, waar ze altijd van schrikken, zo ook de Nederlanders die denken dat niemand hen verstaat als ze opmerkingen geven over de koffiekoeken in de koffiebar.  Vandaag hebben we een jas aan, wat vier dagen geleden nog ondenkbaar was.

Er staat een strakke wind uit de baai en de passagiers met short en t-shirt blijven benedensdeks.  Alcatraz is de moeite.  De lopen zelf het eiland rond, en luisteren dus niet naar de audiotoer.  Twee thema’s worden uitvoering aangekaart : de gevangenis uiteraard, en het claimen van het eiland exact 50 jaar geleden door de indianen.  Ik krijg terug symathie voor de ‘native americans’.  Zo deden ze in 1969 een bod op het eiland voor 24$ aan kralen en juwelen, met de mededeling dat ze wisten dat dat veel te gul was gezien de gemiddelde prijs per vierkante meter die ze voor Manhattan hadden gekregen, maar dat wilden ze wel door de vingers zien.  Alle grafitti van toen, is uit eerbied voor dit stuk geschiedenis bewaard en erfgoed geworden.

Wanneer we terug aan land komen, zien we dat de Golden Gate verstopt zit achter een dikke wolk, en besluiten we Lombard Street op te zoeken, het meest bochtige straatje ter wereld, dat versierd wordt door massa’s bloeiende hortensias.  In dit meer residentiële deel van de stad vinden we kleine paleizen terug.  Tijd voor een terrasje, en dus terug naar het water.  Op de meest originele manieren, proberen performer een centje te verdienen; één zit in camouflage achter een struik die hij zelf meegenomen heeft om de mensen de stuipen op het lijf te jagen, maar de helft van de tijd verraadt hij zichzelf omdat hij zijn lach niet kan inhouden.

Het idee is om de cable tram terug te nemen, maar de wachtrij aan de eindhalte is minstens een uur.  Aan alternatieven geen gebrek : huurfietsen, elektrische Jump deelfietsen of Bird-steps.  Maar een man spreekt ons aan om voor dezelfde 7 dollar voor een enkel ritje, ons tot aan union Square te brengen, achter het hoek van ons hotel, … met een limo.  Daar moeten we een halve seconde over nadenken en delen we een stretch met een moeder en dochter uit Wisconsin, en even later nog een koppel uit ‘let’s not talk politics’ Texas.  België is weer het gespreksonderwerp, want de Texaan is er gepasseerd op de weg van Parijs naar Amsterdam.  De rit is te kort, de dag ook.

IMG_4461

Dag 16 : San Francisco

De meest Europese stad van de Westkust, en die indruk krijgen we al in het verkeer.  We mogen ook voor ‘t eerst tol betalen, om de lange nieuwe brug richting SF te passeren.  Downtown betekent dus echt wel het centrum : parkeren doen we voor een luttele (!?) 70$ om de hoek in een publieke ondergronde parking.  Sara aan het onthaal ontvangt ons met een brede glimlach, en weet duidelijk niets over België. 

Ze geeft ons onmiddellijk een upgrade naar een kamer op het 34ste, met een prachtig uitzicht over San Francisco.  Het loont dus af en toe te laten vallen dat we nog honeymooners zijn.  Kleine tegendienst : of we haar willen vermelden in een review op Tripadvisor, maar die wel in onze eigen taal invullen.  Met enige fierheid toont ze de automatische vertaalfunctie van deze site.

Als we dan nog even genieten van de luxe en het uitzicht, belt ze ons nog even op: “Hebben jullie de enveloppe al gevonden aan de deur, want ze heeft een bellboy gevraagd enkele ontbijtvouchers onder de deur te schuiven”.  De 5 sterren heeft ze zeker verdiend.

Tip voor de aandachtige lezer : ook wanneer het ontbijt reeds betaald is, wordt een fooi verwacht.  Doe je dat niet, kan je ‘s anderdaags je fruitsap zelf gaan halen, en blijft de beloofde koffie weg.

We wandelen de eerste dag nog even tot aan Fisherman’s Wharf, een must-sea (hebt g’em?).  Voor morgen hebben we een voucher om met de ferry naar Alcatraz te varen, maar op het nummer waar we moeten bevestigen is geen gehoor, dus besluiten we gewoon even tot daar te wandelen.

Fisherman’s Wharf moet je gewoon zelf ondervinden, want ik kom niet direct op een gekend pretpark dat hierop lijkt.  Met uitzicht over de zeehonden en wat verder Alcatraz, genieten we van een romantisch etentje.  De wandeling terug naar hotel gaat iets trager.  Het valt wel op dat deze stad minder zuiver is dan het gemiddelde natuurpark.  Af en toe komen we luid roepende of zingende daklozen tegen en aan bushokjes liggen soms hele zakken kleding en dekens.  Dit probleem hebben ze in deze stad nog niet onder controle.

Weer een dag die we niet snel zullen vergeten, ook al omdat we dit verslagje online zetten.

DSCN0888

Dag 15 : Yosemite

De realiteit komt hard aan.  Yosemite is het park waar we enorm naar uitgekeken hebben, dus vertrekken we ’s morgens goed op tijd uit Mammoth Lakes.  We rijden het park in via de Tuolumne Meadows waar we even stoppen voor het Visitor’s Centre, maar voor we zover geraken staat een jonge kerel in uniform onze aandacht op te eisen.  Hij stelt zich voor als een Naturist Park Ranger, het soort dat als natuurgids uitleg geeft over dit gedeelte van het Park.  Je kan onmogelijk onberoerd blijven door zijn enthousiasme.  Hij vertelt honderduit over hoe de lente, zomer en herft hier op record-tempo passeren omdat de winter 8 maanden duurt, over zijn cabine waarvan het dak een zeildoek is, en hoe je de beren soms tot op enkele meter komen.  Wanneer hij zijn publiek vraagt van waar ze komen en wat we verwachten, is hij zichtbaar geshockeerd wanneer we zeggen dat we maar één dag in het Park zijn. 

In een moment van reflectie maak ik me de bedenking dat WIJ ineens de oppervlakkige toerist zijn, en met gepaste schaamrood druipen we af om de weg voor te zetten richting de trekpleisters die allemaal rond de Yosemite Valley zijn neergezet.  Tijdens de rit van meer dan 80 km, zien we de stukken van dit park die vorig jaar nog afgesloten waren omwille van de branden. 

Eens in de Valley staan we in de file.  Echt.  Alhoewel ook dit park groter is dan de provincie Antwerpen, wil iedereen aanschuiven voor dezelfde selfie aan de bruidsluier waterval, maar alles wordt in goede banen geleid door de honderden parkwachters.  We spotten ei zo na drie zwarte beren, op weg naar ons hotel.  Om nog langs Glacier Point te rijden is het te laat; allicht zou het donker zijn tegen dat we er toe komen.

De zijdeboom

De vriendelijke jongedame aan de receptie van ons hotel in El Portal geeft ons prompt een upgrade en we belanden in een luxe kamer met een ruim terras aan de Merced rivier.  Aan het terras doen de kolibries zich tegoed aan de nectar van de Albizia Julibrissin, een boom die we thuis in de tuin hebben staan. Het appartement geeft ons meteen de ruimte om de koffers wat te reorganiseren.  Blijkt dat de koffer vuile was zwaarder is dan die met propere kleren.  Misschien toch nog een wassalon binnenlopen?  Een beslissing die we graag uitstellen tot morgen.

Komt niets van … morgen : “If you’re going, to …”

IMG_6028

Dag 14 : Mammoth Lakes

Een nieuwe dag vol contrasten breekt aan.  Ons roadbook liegt ons voor, en beweert dat we maar een uurtje moeten rijden, wat ons gemoed sust voor de brandstof.  Na dat uurtje, valt onze figuurlijke frank dat er iets niet juist in de haak zit, dus zoeken we een oplossing voor het tanken.

Tip aan de lezer : de prijzen voor de benzine kunnen variëren tussen pakweg 3$ en 4,5$ per gallon (3,78 liter).  En dat is als je zelf tankt, want in een zogenaamde full-service tankstation komen ze je bak volgooien (letterlijk dan) en dan mag je hogere prijzen verwachten.

Onderweg, in Bishop, komen we Schat’s Bakkerij tegen, net naast Anneke Schat’s Wine Cellar. Wanhopig op zoek naar brood met een korst springen we er binnen, en komen zowaar in een soort bakker-museum vol Delfts Blauw, en tientallen soorten brood. Vol goede moed kopen we er gelijk onze lunch, zowat een boterham in een plastiek schaaltje. 2 sneden brood met daartussen beleg (sla, tomaat en tonijnsla) kosten 8$ per stuk. Meteen verstaan we hoe deze Nederlander aan zijn familienaam komt. Het is er een drukte van jewelste, maar brood met een korst, vinden we niet. Het gebak is ook hier weer overdreven gesuikerd.

Wanneer we dus wat later dan verwacht in Mammoth Lakes toekomen, is de temperatuur gezakt van 48 graden naar 22 graden Celcius,  zijn we gestegen van 60m onder de zeespiegel naar 2.400 m boven de zeespiegel en heeft de woestijn van de voorbije twee weken plaats gemaakt voor dennebossen.  Bij onze wandeling komen we zowaar sneeuw tegen, al moet ondergetekende daarvoor wel even afwijken van het wandelpad.  Volgens de dames van de receptie was het ski-seizoen nog maar net voorbij.  En we zijn nog steeds eind juli 🙂

Het hotel is deze keer wat minder, maar het is maar voor één nacht.  Moesten we willen terugkomen om meer van de streek te leren kennen, zal het toch een iets beter hotel moeten zijn.  Bij een frisse pint genieten we nog wat na over de voorbije dagen en weken, alvorens de rust van ons kamertje op te zoeken.

DSCN0856

Dag 13 : Death Valley

Met iets meer gemak dan de eerste avond, vinden we de weg naar de receptie.  De auto staat ook nog waar we die twee dagen geleden hebben achtergelaten, al is het ijs van de cooler nu wel echt gesmolten.  De eerste orde van de dag is dus :  brood – charcuterie – ijs, en vooral water.

Bij het buitenrijden van Vegas vinden we alles wat we nodig hebben, in de Target en Walmart. Maps.me brengt ons naar de volgende rustplaats : Death Valley, maar onderweg passeren we nog enkele mooie plaatsen.  Ik besluit het Badwater Basin te laten voor wat het is, en rij naar Dante’s View, zo genoemd als verwijzing naar de voorstelling van de hel door Dante Alleghieri waarbij je dus van boven kijkt naar de ‘ergste hel’.

De borden langs de weg houden we goed in de gaten.  Het aantal kilometer tot aan het volgende service station.  Eén bord meldt dat je beter de airco uitzet om de motor niet te oververhitten, maar we vertrouwen de japanse technologie en houden het koel, met één oog op de koelwaterthermometer.

Op een kleine 1700m hoogte is de hitte te verdragen, maar geamuseerd volgen we de evolutie van de thermometer van de auto.  Wanneer we aan Zabriskie Point stoppen, is hij al goed op weg, en aan ons hotel piekt hij op 120°F. Furnace Creek heeft zijn naam niet gestolen.  We zitten hier 60m onder de zeespiegel, maar het voelt hier droger, … en warmer.

De hitte maakt zelfs ademen moeilijk, maar alles komt goed.  ’s Avonds, wanneer de temperatuur gezakt is naar een koele 36°C maak ik nog even een wandeling over het domein.  Het is vreemd om in deze extreme omstandigheden te wandelen over ’s werelds laagst gelegen golfterrein met zicht op de melkweg.  Alles wordt zo relatief als zelfs de sterren dichtbij lijken.  Filosofisch moment, last van de hitte?

Flauwe mop

Dag 10 : Zion National Park

Na een korte nachtrust en het complimentary breakfast, wandelen we de Mossy Cave Trail, een goede tip van één van onze Facebook-vrienden, Jan. Hier zie je het landschap veranderen. Lange tijd geleden, werd door mensenhanden een doorgang geforceerd om hoger gelegen water van één vallei naar een andere te stromen. Hierdoor heeft de eeuwenlange erosie die de karakteristieke hoodoos fabriceerde, nu ook rivierbedding full-option, dus met waterval. Van hieruit vertrekken we recht richting onze volgende bestemming.

Bryce Canyon National Park heeft bijzonder veel te bieden, is een parel van formaat. Maar wat volgde was weerom mooi.

Eerst en vooral het logement. Wat. Een. Voltreffer. De Zion Mountain Ranch bestaat uit een hoofdgebouwke annex winkel en een hoop huisjes van verschillende formaten. We zijn nog te vroeg, maar kunnen al inchecken. Op de sleutel moeten we wel wachten, aah ja, een sleutel : zoiets van metaal dat je in een uitsparing in de deur duwt, en dan tegen de klok in draait.
De vriendelijke dame aan de toog doet ons het verhaal van Betty, het bizon kalf dat in een put verzijld geraakte, gered werd door de uitbaters, maar door de kudde verstoten werd. Het werd dan maar gezoogd, en is makker dan een Golden Retriever. Zonder zwans. Betty is nu 2,5 maand oud, en brengt me toch niet van de gedachte om vanavond bizon te eten. Nog even langs de kudde bizons die nu heel toevallig vlakbij komt grazen, en dan door.

Zion National Park

Om de tijd optimaal te besteden, rijden we al even door naar Zion. Met de National Parks pas, kost dit ons toch niets meer. Het is hier iets drukker dan de vorige parken, maar o zo feeëriek. Eén van de eerste bergen die we tegenkomen is de Checkerboard mesa, de foto geeft wel aan hoe die aan zijn naam komt.

Met de auto geraken we tot op de grote parking van het Visitor Centre, in elk park een goede uitvalsbasis trouwens. De bedienden zijn altijd hulpvaardig, gastvrij en correct. Zo leren we dat slechts de helft van het park toegankelijk is met de auto. Voor de rest moet je de gratis bussen nemen, maar dat is geen opgave : ze komen om de 5 minuten en je steek er onderweg wat van op.

We hebben onze zinnen gezet op de Narrows, een wandeling door het water in een smalle kloof op op het einde van de Canyon, maar wegens overstomingsgevaar afgesloten. Daar zitten de buien voor iets tussen die we de hele dag gezien hebben. Met enige vertraging kan het water van kilometers verder in de bergen verzamelen, en voor een vloedgolf zorgen die bomen en al meesleurt. Spontaan duidt de parkwachter enkele gemakkelijke wandelingen aan, waarvan we er een eerste doen ; de Lower Emerald Pools. Helemaal zeker zijn we niet dat we in ons opzet geslaagd zijn, want de wandeling die we doen lijkt veel langer, met meer hoogtemeters dan in de brochure staat, maar hoe indrukwekkend.

Emerald Pools

Voilà, terug naar de auto en op naar onze cabin. De voorbije dagen zijn redelijk vermoeiend geweest, en we steken dat maar graag op de warmte. Mede door de uitnodigende houten schommelstoel en het plan om in dit afgelegen gehucht eindelijk de foto te nemen van de Melkweg, besluiten we het morgen wat relaxer aan te pakken, temeer omdat we naar Sin City trekken. Eerst nog het langverwachte bizon-vlees. Het restaurantje van de Zion Mountain Ranch heeft smaak. Ze hebben de kruiding perfect, de garing van het super-magere vlees met de paarse aardappelen, en alles errond maakt het een feest. Mijn enige spijt : dat ik niet meteen voor de bizon-steak ben gegaan. De pinot noir paste, maar was teveel 😉

De weg terug naar ons huisje lijkt veel langer, en wanneer vervolgens de hemel dichttrekt met wolken, zakt de moed in de wandelschoenen. Ik begin te vrezen dat ik voor een foto van de Milky Way naar het snoepgoed zal moeten zoeken…

IMG_5960

Dag 9 : Bryce Canyon

Woensdagochtend passeren we nog even langs het Arches National Park, om op het verste punt, de Landscape Arch nog even mee te pikken. Nog een tip : bezoek dit park bij voorkeur ‘s morgens vroeg. De zandsteen neemt gedurende de dag de hitte op, en geeft die tot laat nog af. Na de nacht is de temperatuur nog draaglijk.

Van hieraf vertrekken we voor een rit van zowat 5 uur. Het weer slaat om in de bergen, en het water valt met momenten met bakken uit de lucht. De voorgestelde tussenstop van Capitol Reef slaan we maar over. De weergoden zijn ons goed gezind, want wanneer we in de buurt van onze bestemming komen, klaart het op. We rijden dus door naar het Bryce Canyon National Park, en weer worden we overweldigd door de pracht van de natuur. Je zou bijna vergeten dat je hier op bijna 2900m hoogte zit.

Wat dit park voor ons speciaal maakt, is dat alles dichtbij maakt; je kan er wandelen tussen de hoodoos. Elk natuurpark heeft zijn charmes, maar dit heeft er toch wel heel veel. Zoals elk National Park, is het er kraaknet, maar op de terugweg naar ons hotel schrikken we toch even. Een gewond rendier zit midden op de baan, en wanneer we in de buurt komen, springt het moeizaam op drie poten weg. De linkerachterpoot is duidelijk gebroken, en uitgeput blijft het dier liggen in de berm.

Dit is dus nog steeds een natuurpark met wilde dieren die onvoorspelbaar in het midden van de weg kunnen staan/springen. We maken ons geen illusies over de overlevingskansen van dit arme dier, maar we kunnen het niet helpen. Melden gaat ook niet want de wachtposten zijn onbemand wanneer we terug aan de ingang passeren.

Het hotel lijkt op een klein Bobbejaanland, met overprijsde cliché-souvenir-winkels en een restaurant waar Bobbejaan Schoepen graag had rondgelopen. Tip voor dit hotel : de gebouwen van de kamers beschikken niet over een lift dus verkies een kamer op het gelijkvloers, dus verdieping 1.
A ja, een foto van de sterrenhemel zit er vandaag niet in. Zelfs de maan wordt al moeilijk te spotten.