De reis naar het zuiden

De tijd vliegt (ook).

Maanden hebben we ernaar uitgekeken en plots is het moment daar en moeten we nog vanalles in orde brengen in de laatste weken. Maar alles valt op zijn plooi, … tot het ernaast valt. Niets erg, maar de aanhanger van de Astir is dus niet waterdicht. Ons geluk dat we niet de regen maar het goede weer opzoeken. Meteen is daar ook het angstwekkend lange afscheid van mijn onafscheidelijke betere helft.

De laatste dag is er dus sneller dan verwacht. Toch nog maar het logboek van de Astir bijvullen en alles triple-checken. Na een korte nacht (voor Joël) en het overladen van zijn bagage vertrekken we vliegensvlug richting de club om de aanhanger aan te pikken en vertrekken we naar de zon.

We reden iets trager dan dit

Weeral vliegt de tijd, deze keer door het goede gezelschap. Over de negen levens van Joël en de grappen en grollen, maar met gepaste concentratie en aandacht voor pauzes. Joël neemt het stuur voor het stuk dat ons langs de eeuwig drukke périférique van Parijs leidt (of was het ‘lijdt’). Bijna 3 uur over een stuk van 165 km: het had erger kunnen zijn.

Het initiële plan was de rit van Brasschaat naar Santa Cilia in één dag af te leggen met een plan B(ordeaux) indien de files ons teveel zouden vertragen. Zo konden Kris en Martin de Janus overvliegen van Santa Cilia naar Soria en zouden de landratten met de wagens en aanhangers volgen. Het weer gooide roet in het eten voor de vlucht, dus … plan B wordt plan A. Om 18:00 staan we dwars op de veilige, afgesloten parking van het hotel Mercure van Bordeaux Lac. Heel praktisch gelegen vlak aan de snelweg. De twee ingenieurkes over-analyseren de Corona-maatregelen en de verlaagde efficiëntie van de eenrichtingsgebruik van de liften bij het avondeten. Het dessert wordt gebracht door de man met de figuurlijke houten hamer en die klopt een einde aan de dag. 935 km op 12 uur heeft er toch ingehakt, of lag het aan het drie-gangen menu … We zullen het wellicht nooit weten.

’s Ochtends blijkt dat de halflege parking van de dag ervoor, toch te klein geworden en staan dankzij de gulzige Belgen een aantal wagens in het gras geparkeerd. We laten het niet aan ons hart komen want voor de rest wakker is, zijn wij toch vertrokken ;-). De nachtrust heeft ons deugd gedaan. Aan het ontbijt hebben we weer een nieuw koffiemachine leren bedienen. Na opnieuw alles te checken en uit te checken zijn we vertrokken voor de laatste 500 km rechtstreeks naar Soria. De Pyreneeën houden dus duidelijk de wolken tegen. We krijgen dus toch nog een kortstondige bui. Maar wanneer we de grens passeren, en de péage peaje wordt, klaart de hemel op. De autosnelwegen worden autobanen worden kronkelwegen, maar ondanks die ene trage vrachtwagen, gaat het vlot rechtstreeks naar de Aerodromo de Soria – Garray waar we om kwart 14:45 gastvrij verwelkomd worden door manager Rob en zijn ravissante echtgenote Marta. Jab gidst ons naar de plaats waar we de aanhangers mogen stallen tot de dag erop. Het is een blij weerzien wanneer 10 minuten later onze vrienden met de Janus ook toe komen.

Democratisch als we zijn, besluiten we deze prestatie te vieren zoals het zwevers betaamt: de eerste tinto en enkele tapas. Om 17:00 worden we verwacht aan het huisje waar we de komende weken verblijven. Joël en ik nemen de kamers op de bovenste verdieping om de oudere collega’s de tweede trap te besparen. Het huisje heeft alles wat we nodig hebben om er een geslaagde vakantie van te maken. Wanneer we ’s avonds de dag afsluiten, kan ik alleen maar denken aan degene met wie ik dit het liefste deel…

We zijn tot in de puntjes voorbereid. Een mindere ziel zou het interpreteren als een gebrek aan vertrouwen onder de flyboys, maar dat is het allerminst. Zo hebben we allen sleutels van 10 bij, en een vermogen aan powerbanks om U tegen te zeggen, custom checklists waar de zuurstof op vermeld wordt, en geplastificeerde plannetjes van de streek.

Tags: geen tags

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *